Het verhaal van de 'Eyseend'
(Werf Bein
Brandsma, Rohel)
|
De kotter 'Eyseend' is in 1975 gebouwd
door Bein Brandsma in Rohel (Augustinusga Fr.)
De
opdrachtgever was Wilco van Koldam uit Veendam. In 2005 is
de kotter overgenomen door Jan en Rita Eissens uit Groningen
en omgedoopt naar 'Eyseend'.
|
|
De bouw van de 'Thyra' in het boek 'Honderd jaar Brandsma Rohel'
"Een scheepsbouwersgeslacht vergroeid met hout"
|
In 1974 informeerde
Wilko van Koldam uit Veendam naar de mogelijkheid om
op Rohel een Deense kotter te laten bouwen. Daar had
juist een aflossing van de generatie plaatsgevonden,
waarbij Murk Janz. Brandsma de zaak had overgedragen
aan zijn zoon Bein. Met Bein werd besloten tot de bouw
van de kotter, die de naam 'Thyra' zou krijgen. De groei
van het schip in aanbouw, van het branden van de boegen
tot en met de tewaterlating en de vaartocht naar de
tentoonstelling in Leeuwarden was een boeiend proces.
Op de achtergrond werkte Murk - als het zo uitkwam alléén
of met Jasper (medewerker) - ook aan het schip. Een
enkele keer kwam Stan (ontwerper) er naar kijken en
had dan soms pittige discussies met Bein.
In het boek 'Honderd jaar Brandsma Rohel' staat dit
hele 'ontstaansproces' opgetekend. Uit dit boek hebben
we het verhaal van de ontwerper Stanley T. Smith van
de werf van Carl Erik Kristensen in Hvide Sande (Denemarken)
en de opdrachtgever en eerste eigenaar, dhr. W. van
Koldam overgenomen. |
 |
|
|
De ontwerper Stanley T. Smith
|
Stanley
T. Smith (1918-1980) stamde uit een Schotse familie van scheepsbouwers
en reddingbootschippers. In de oorlog diende hij als 'glider'-piloot
in de Royal Air Force.
Hij verbleef na de oorlog in Canada waar door hem ontworpen
schepen in serie werden gebouwd. In 1949 stak hij samen met
zijn broer Colin in een zelf gebouwde boot, de 'Nova Espera',
van slechts 20 voet de Atlantische Oceaan over. De tocht ging
van Nova Scotia in Canada naar Engeland. In 1951 maakte hij
de tocht, nu met zijn vriend Charles Violet, in dezelfde boot
in omgekeerde richting: van Engeland via Nova Scotia naar New
York.
Hij kreeg een belangrijke functie op de werf van Carl Erik Kristensen
(nieuwbouw en onderhoud van ± 250 houten kotters) in Hvide Sande.
Hij bereikte dit door met behulp van een zelf ontworpen instrumentarium
berekeningen te maken, hoe de vissers met minder gasolie te
verbruiken, toch met meer vis thuis konden komen. In zijn laatste
jaren maakte hij onder andere naar de Noorse Fjorden nog solotochten.
Hij woonde op de zolder van een schuurtje op de werf. In zijn
vrije tijd was hij bezig met het bouwen van een schoener van
ferro-cement met een lengte van vijftien meter. Hij wilde daarmee
na zijn pensionering naar familie in Australië zeilen. Het is
er niet meer van gekomen, Stanley Smith overleed op precies
62 jarige leeftijd en werd begraven op een kerkhof in Ringkřbing.

Hvide
Sande (westkust Denemarken)
|
|
Opdrachtgever, de heer W. van Koldam schreef het voorwoord voor
het boek
Het is verrassend dat in deze
tijd van fusies, verplaatsing van de productie naar goedkope
landen en investeringen onder sturing vanuit Brussel, een ambachtelijke
scheepswerf zich heeft kunnen handhaven. Hoewel de werf al meer
dan 200 jaar bestaat, waarvan de laatste 100 jaar als eigendom
van een Brandsma, is zij geen 'museumwerf'. Men heeft er zeker
belangstelling voor Scheepvaartmusea, waaraan ook schenkingen
werden gedaan. Het bedrijf is echter in de eerste plaats een
onderneming, waarvan het maatschappelijk bestaan van de eigenaar
afhankelijk is. Er worden op ambachtelijke wijze schepen gebouwd
en gerepareerd, maar nieuwe technieken bij de verwerking van
hout worden niet geschuwd.

Jachtwerf Brandsma
in Rohel
Aanvankelijk werden
er voornamelijk ronde en platbodemschepen voor de beroepsvaart
gebouwd. Later was de productie vooral gericht op de pleziervaart.
Motorbootjes, schouwen, Friese jachten, kotters en enkele zeegaande
jachten met een logger van 16 meter als hoogtepunt. Daarnaast
vonden op de werf reparaties en restauraties plaats. Er waren
soms moeilijke tijden en ook perioden waarin het personeelsbestand
tijdelijk moest worden uitgebreid. De werf is klein genoeg gebleven
om de hand van de scheepsbouwmeester te kunnen blijven herkennen.
Als men er zelf aan het eigen schip werkt, is het een genoegen
te ervaren dat het personeel van de werf kennelijk ook plezier
in het werk heeft.
De opdrachtgevers waren tientallen jaren schippers, vissers
en boeren uit de regio. Later ook mensen die voor hun plezier
een schip wilden hebben zoals notarissen, ondernemers, artsen,
dominees en anderen met affiniteit voor het ambachtelijk gebouwde,
houten schip. Er is gebouwd voor Duitse en Engelse rekening
en er werden in het buitenland gebouwde schepen gerestaureerd.
In 1974 kwam ik als opdrachtgever op de werf van Brandsma. Daar
had juist een aflossing van de generatie plaatsgevonden, waarbij
Murk Janz. de zaak had overgedragen aan Bein. We hadden eerst
een 'wyldsjitter', maar met het groeien van het gezin moest
de gewenste boot ook wat groter en daarmee duurder worden. Ik
raakte geboeid door de vorm van schepen zoals die bepaald wordt
door de functie, het vaargebied en de traditie.
|
|
Het kottertje
'Anita' in Hvide Sande
In Denemarken stuitten we op de werf van Carl Erik Kristensen
in Hvide Sande op een ingeruild kottertje van 8,70 meter, de
'Anita', genoemd naar de vrouw van de werfeigenaar. Het kottertje
was echter niet te koop. Later bleek dat Anita daarover haar
veto had uitgesproken, omdat haar man twee jaar lang al zijn
vrije tijd in de verbouwing tot jacht had gestoken.
Er werd een tussenoplossing
gevonden. Deze hield in dat het scheepje professioneel werd
opgemeten en dat het door Stanley Smith in tekening werd gebracht.
Daar moest het voorlopig bij blijven, totdat met Bein Brandsma
tot de bouw werd besloten.

Het origineel,
de 'Anita' in Hvide Sande (Denemarken)
Algemeen plan en spantdoorsneden 'Anita'
|
|
De bouw van de
'Thyra' door Bein Brandsma in Rohel
De groei van het
schip in aanbouw, van het branden van de boegen tot en met de
tewaterlating en de vaartocht naar de tentoonstelling in Leeuwarden
was een boeiend proces. Op de achtergrond werkte Murk - als
het zo uitkwam alléén of met Jasper - ook aan het schip. Een
enkele keer kwam Stan er naar kijken en had dan soms pittige
discussies met Bein. Als opdrachtgever moest ik wel eens een
keuze maken uit niet geheel met elkaar sporende visies, die
op de traditionele scheepsbouw in Friesland, Denemarken en Schotland
waren gebaseerd. Een voordeel was dat Bein en Stan beiden in
Canada hadden gewoond en dat er in elk geval geen taalproblemen
waren. Ik kwam daarbij tot de conclusie dat 'vergelijkende scheepsbouw'
een even boeiend vak is als 'vergelijkende anatomie'.

Tewaterlating
van de 'Thyra' in 1975
De bouw
verliep voorspoedig en leverde een goed schip,
de 'Thyra', en een blijvende vriendschap op.
Deze publicatie van dit boek toont aan waartoe een ambachtelijk
bedrijf ook nu nog in staat is.
W. van Koldam
Makkum, februari 1998
Rechts: Wilco van Koldam aan het roer
van zijn 'Thyra'
|
 |
|
De 'Eyseend' vanaf 2005
In november
2005 hebben Jan en Rita Eissens de 'Thyra' gekocht en haar
omgedoopt naar 'Eyseend'. Sindsdien is haar thuishaven de
GMC-haven in Groningen.
De kotter 'Eyseend'
is ín Nederland aangesloten bij de
Stichting Kotterzeilen.
De kotter 'Eyseend' is in
Denemarken aangesloten bij de
Trćskibs Sammenslutningens.
De kotter 'Eyseend'
is voorzien van AIS (Automatic Identification System). Het
schip is op haar reizen te volgen via diverse websites,
bijv.
www.marinetraffic.com. Voor
smartphones zijn diverse handige apps te downloaden.
|
|
Beelden |
Email: Eyseend |
|